Luchtballet
Bijna schemer zwermen muggen tere vleugels als kanten tutu’s een opgewekte wolkendans De zwaluwen in zwart galakostuum zijn er vol van
Bijna schemer zwermen muggen tere vleugels als kanten tutu’s een opgewekte wolkendans De zwaluwen in zwart galakostuum zijn er vol van
Kleine snottebel Wiebelteentjes Op blote voetjes Springend in een modderplas Schatergelach Dan in je hand een doodgewone grijze steen In jouw ogen schitterend als een fonkelende diamant Even mag ik de schat aanschouwen Het maakt mij deelgenoot van een onverwacht geluksmoment ik zie de kostbaarheid in de verweerde steen die ons samen doet verblijden
Vanwaar die haast Van hot naar her Opgejaagd door zorgen Verplichtingen hier en daar Voordat je het weet Val je dood op het pad En besef je dat als je het rustiger had aangedaan en overal had genoten Het einde van je leven veel verder ligt dan halverwege
De schemer reeds lang vervlogen Donkere deken van de nacht Beschermend en besloten In stilte bewogen Een voorzichtige ree Met zachte tred Het veld opgelopen Opkomend sterrengloed Weerkaatsend In zachte ogen
Het Kikkerkwaakkoortje, een besloten herengezelschap met amoureuze bedoelingen, doet de schemernachtsuitvoering in een nietszeggende greppel, eerder een simpel modderpoeltje, omzoomd door deftig struisgras en zachtroze klaverbloemen, en hier en daar een zompig paddenstoeltje. Het liefdeslied, een luidruchtig gekwaakt repertoire, bekoort het vrouwelijke geslacht, van verre trekken zij naar het gebeuren, gelokt door hitsige heren, opgewacht,
Welkom achterom Klompen uit Op sokken aan de thee Die is nog te heet Rustig aan We hebben ruim de tijd
Een rij wapperende onderbroeken smetteloos spierwit gebleekt Starre houten knijpers dempen hun uitbundigheid Een kanten rode bh gewikkeld om de lijn Doet niet mee aan de vrolijkheid Zij droomt alleen van vrij zijn
Met een lege maag rommelt het Groningse land Zo nu en dan beeft de grond ervan Huizen gaan kapot, dat maakt de mensen bang Zij kijken naar de politiek maar die doet er niks an
In een zonnig achtertuintje Boekje en kopje verse koffie erbij Mijn zonnebril vergeten Snel naar binnen In paniek Ik moet opschieten Voordat het mooie weer Alweer voorbij is gedreven
Zwarte kraaien in de boomtop Deinende takken op en neer Door het tij van een zware regenbui Krassen zij opgewonden door elkaar Er is droog land in zicht