Als eenling speel ik geen tweede viool.
Een diner voor één, en niet voor twee en ik kies zelf wat ik eet.
Ik drink zonder tegenspraak een biertje, misschien neem ik er zelfs nog een.
Geen anderhalve meter afstand, maar lang uit liggen op de bank.
Geen geruzie over wat er bekeken wordt op tv;
de afstandsbediening is nu exclusief van mij alleen.
Niet ingehouden wachten tot de ander eindelijk klaar is op de wc.
Een ongedeeld salaris; wat ben ik plotseling rijk.
Ik hou van jou is nu alleen van mij.
In de spiegel: borst vooruit en kijk;
daar staat de trotse heerser van mijn eigen koninkrijk.