Kasplantje

Daar zit ze dan, haar neus tegen het raam, de nieuwszender van de radio staat schetterend aan.

Begin maart is angst rond gezaaid, een virus uit China brengt dood en verderf, maar niet bij haar; zij blijft binnen tot het allemaal is overgewaaid.

Een voorraad boodschappen in de kast, mondkapjes en handgel waren al niet te verkrijgen, voor de rest is zij klaar voor het naderende gevaar.

Een lichte regen valt in de tuin, ruziënde mussen in het struikgewas, een narcis zo vrolijk geel, een zonnestraal complimenteert het geheel.

Er is slechts één ding waar zij niet aan heeft gedacht. De hond moet uit, die moet een plas.