Thuis is ver weg voor mijn vader
Voor ons is thuis dichtbij
Thuis willen wij niet zijn als mijn vader er is,
dan zijn we liever op de tuin
Mijn vader reist regelmatig naar zijn thuis
en als hij daar dan is, voelt hij zich daar ook niet thuis
Dan komt hij toch maar weer naar huis
Voor de tv bekijkt hij het journaal,
misschien is er nog nieuws van thuis