in winterkou verzonken
ontwaakt door zonnestralen
warmte tintelingen
kriebelen speels
het oude wervelhout
opgewekt sap
aarzelend druppelend
maar al snel
stromend
als een ruige beek
wilg begint te zingen
van uitbundigheid
botten de katjes uit
zachte pluisjes
lijken te zoemen
of zijn het de bijtjes?