Uitglijder
Schaatsen op een autoruit.De krabber moet er spontaan uit.Wachtend op een helder wak;vol gas wolkendek op het pad.In plaats van recht vooruit, spontaan linksaf;glijdend blijkt het toch heel glad.
Schaatsen op een autoruit.De krabber moet er spontaan uit.Wachtend op een helder wak;vol gas wolkendek op het pad.In plaats van recht vooruit, spontaan linksaf;glijdend blijkt het toch heel glad.
Golf van vegen, richtingloze strepen, afgewisseld door grillige uitlopers naar beneden. Een kleurenspel van mosgroen en krachtig grijs-zwart met intervallen aangebracht. Het geheel, als contrast, in een egaal witgeverfde omlijsting, kunstig samengevat. Door de transparante lichtinval, krijgt het abstract, plotseling een levendige gouden gloed. Het is aan de voorbijkomende toeschouwer om deze compositie eens
Voetstappen in de aarde, zijn deze regenachtige dagen als verzonken spiegels van water. De hemel, asgrauw en uitgestrekt, door donker modder ingebed, is eenvoudig van bovenaf te aanschouwen.
Het overgordijn maakt abrupt een einde aan het daglicht. Edo Paddestijn, gooit zijn toko dicht; hij is het zat vandaag. De kleine huiskamer wordt door het breedbeeldscherm verlicht. De inhoud van zijn blikje cassis zero bruist over; Edo neemt snel een slok. Het lipje belandt met een boogje op een ingesleten koffievlek. Een doorstraalde magnetronmaaltijd, vult
Koortsachtig wachten zorgmedewerkers en een ongeduldige horde grijsaards op het startsein. Gakkende ganzen, net aangevlogen in V-formatie vormen het nieuwsgierige publiek. De kat van oma Lien, pas maar op zij krabt, kijkt argwanend uit een hoge boom. Een knal, de race tegen de klok begint, de cijfers vliegen al spoedig naar beneden. Opa Hero,
De spelen zijn begonnen Meer lezen »
In het eerste kwartier van het jonge jaar weent zij, naakt, kwetsbaar en ongeschonden. Verstilde tranen transformeren tot kille sneeuwvlokken. Op natte kluiten Groningse aarde neergedaald, smelten zij tezamen, onomkeerbaar ingebeekt, tussen onverbiddelijke scheuren in de tijd. En voor de maan tot volle wasdom komt, is het oude jaar reeds ongemerkt in vergetelheid weggezonken.
Verziekt loopt zij op haar laatste benen, afgezonderd en eenzaam. Afknallen, we zouden het wel willen, is helaas niet toegestaan.
‘Heb je een vuurtje?’ Beno grabbelt in de zak van zijn spijkerbroek en ondanks dat hij al jaren niet meer rookt, haalt hij met een bevende hand een aansteker tevoorschijn. Een half vergane pallet is door Menko met zijn eeuwige houten klompen al in stukken getrapt en daarna opgestapeld in een verroest olievat. Het hout
Uitgedachte speurtocht door het tuincentrum; dranghekken en pijlen zorgen dat we op afstand blijven. Een kerstliedje overstemt een tafel met winterviolen. Achter het ratelende karretje vlucht ik de buitenplaats op. Sparrenbomen worden machinaal in een net geperst. Het blijft in ieder geval uitdijen voor de kerst.