
Verkleedpartijtje
Ome Karel rijdt motor. In de gang trek ik zijn laarzen aan. Kindervoeten in maat

Dapper duo
Ome Japie heeft een hond. Diep weggekropen onder zijn stoel laat hij zijn tanden zien

Kamer opruimen
We doen eerst de mijne. Alles sorteren, we zijn uren bezig. Op onze manier alles

Een sok
Als kind naaide ik een sokpop; eentje met kralen ogen, oranje schubben en een grote

Melodrama
Een zevenstippelig lieveheerbeestje vol geluk, in rood bepantserd schild komt aangevlogen. ‘Ben ik te laat?’

Eenpersoons maatschappij
Als eenling speel ik geen tweede viool. Een diner voor één, en niet voor twee

Voort of de dood
We hebben ons door onzekerheid uiteen laten drijven. Onze vlucht bracht ons tot onze eigen

Trendy
Een snavel wollige paardenharen maakt van mevrouw spreeuw een hele meneer, zelf zit hij doelloos

Isolement
Met oma bellen, liedjes zingen achter de camera, van tralala tot eendjes zwemmen in het

Ingewikkelde tijden
De meeuw, lekker schreeuwend, buitelend van blijheid, nu opgesloten als een huismus, normaal honkvast, maar

Veilig
Een script uitgerold op wc-papier, stukje bij beetje weggespoelde vrijheid, opgeofferd, voor het algemeen belang,

Handleiding
Handen in onschuld wassen, de een helpt de ander, alles lijkt dik voor elkaar. Vriendschapsbanden

Kasplantje
Daar zit ze dan, haar neus tegen het raam, de nieuwszender van de radio staat

Essentie
Van grote hoogte komt hij aangevlogen, blauw zwarte vleugels wijd uitgespreid, bij het landen op

Overwaaien
Op een fundament dat niet meer draagt rest slechts de nagalm van wat eens was.