Ochtend
Lui steek ik mijn arm uit tussen mijn vingers schijnt het zonlicht Stofdeeltjes dwarrelen wild als goudkleurige glitters in de stralen Het belooft een mooie dag te worden
Gedichten gepubliceerd in Het Streekblad in de rubriek Aangewaaid
Lui steek ik mijn arm uit tussen mijn vingers schijnt het zonlicht Stofdeeltjes dwarrelen wild als goudkleurige glitters in de stralen Het belooft een mooie dag te worden
Rauwe waarheid Ongepolijst Zonder opsmuk Geeft pure smaak Soms even wennen Of moeilijk te verteren Maar wat er werkelijk toe doet Is dat het met liefde is gemaakt
Zoekend in verstoft verleden tussen smoezelige dossiers en oude filmbeelden zoek ik naar dat ene wat ik toch echt niet vergeten mag Jammer genoeg kan ik mij niet herinneren wat dat nou ook al weer was
Het weer is niet te genietenVerwilderde windvlagen wisselenemotionele regenbuien afVelen blijven in de luwteOok het speenkruid, een vrolijke voorjaarsbloeierin wat zon toont zij graag haar uitbundigheidhoudt haar gele bloemen stevig ingeklaptwachtend op beter tijden
Tussen pluizende lisdodden en reeds lang verwaaide rietkragen Staat een roerloze blauwe reiger eenzaam en alleen Zijn grote poten stevig geplant op een bemoste aanlegsteiger Slechts de wind beroert dit braakliggende niemandsland voor heel even
Bijna bewegingsloos laagvliegend zien scherpe ogen een achteloze prooi De ontmoeting plotsklaps en meedogenloos maakt in een moment de drukke veldmuis volkomen onverwacht voor altijd ademloos
Twee oudjes reeds lang verbonden hun gezichten verweerd maar hun liefde voor elkaar nog steeds ongeschonden Een theepauze brengt hun tussen alle tuinklussen door een momentje samen op een bankje in de voortuin waar zij hun keurige tuintje aanschouwen De schoffel verruild voor een biscuitje In rust genietend van zonnestralen Hun gedeelde samenleven verpakt in
Adiago op de Klinkerweg Meer lezen »
in winterkou verzonken ontwaakt door zonnestralen warmte tintelingen kriebelen speels het oude wervelhout opgewekt sap aarzelend druppelend maar al snel stromend als een ruige beek wilg begint te zingen van uitbundigheid botten de katjes uit zachte pluisjes lijken te zoemen of zijn het de bijtjes?
Wilg in het voorjaar Meer lezen »
pasteltinten van het winterlandschap langzaam vervagend in een alles vergetende sluier van dampend koele mist uit somber grijs wolkendek vallen enkele verdwaalde sneeuwvlokken uiteindelijk genadeloos gevangen tussen diepe groeven van bevroren aarde in troosteloze doodse stilte ontspruit de kiem van de lente met de zuiver witte toon van een enkel sneeuwklokje
Een enkele schaatser Lange slagen scherpe ijzers Op gevaarlijk krakend ijs Meer waaghalzen Een groep ijsschuivelaars ongestrooid trottoir Een enkele valt Opkrabbelen maar